woensdag 6 januari 2016

Blauwborst

De blauwborst is binnen zijn soort het meest opvallend gekleurde vogeltje. Hij is een getalenteerd zanger die moeiteloos andere vogels kan imiteren. Het mannetje is zelfs in staat om andere dieren waaronder kikkers na te doen. De vogel heeft een prachtig verenkleed en doet zijn naam eer aan.


Het bruin met beige mannetje heeft in het voorjaar een heldere blauwe keel met een zwarte rand en een witte of rode vlek in het midden. Het vrouwtje heeft een witte keel, omrand met een band van zwartbruine vlekken. Wat vorm en gedrag betreft, lijkt de blauwborst veel op de roodborst.

In West- Europa kwam de vogel vroeger veel voor, maar door drainage van de laaglanden en het verdwijnen van geschikte natuurlijke omgevingen is hij zeldzaam geworden. De blauwborst brengt een groot deel van zijn leven op de grond door en als hij vliegt, fladdert hij dicht bij de grond en verdwijnt in een glijvlucht tussen de struiken.

De blauwborst komt voor in moerassige gebieden met wilgen- en berken bosjes of rietvelden. Het menu bestaat voor een groot deel uit insecten die hij meestal door het omwoelen van bladafval vangt. Ook tijdens de vlucht vangt hij soms zijn prooi. In de herfst, wanneer de vogels weer naar Afrika trekken, eten ze regelmatig bessen van bomen en struiken.

Tijdens de trek vanuit Noord-Afrika volgen de blauwborsten meestal de oevers van rivieren en plassen. Als ze in het broedgebied zijn aangekomen maakt het vrouwtje, zorgvuldig verborgen tussen de dichte vegetatie, een nestje in een kuiltje op de grond. Het mannetje helpt haar hier soms een beetje bij.

De 5-6 eieren worden door het vrouwtje uitgebroed in 3-14 dagen. Na ongeveer twee weken verlaten de jongen het nest, hoewel ze dan nog niet kunnen vliegen. De jonge mannetjes hebben in hun lentekleed een wat somberder uiterlijk.