zaterdag 2 januari 2016

Wilde zwaan

De wilde zwaan (Cygnus cygnus) is een ongeveer 1,5 meter grote, witte zwaan die voorkomt in Noord-Europa en Azië.


De wilde zwaan is een echte wintergast. De imposante witte vogels komen vanuit de broedgebieden in Fenno-Scandinavië en Rusland en overwinteren op Nederlandse weiden en op wateren in het duingebied. De Amsterdamse Waterleidingduinen zijn een gebied waar al sinds het bestaan van het gebied wilde zwanen overwinteren. De wilde zwaan lijkt op de kleine zwaan. De wilde heeft echter een grote, driehoekige gele plek op de snavel. Bovendien zijn de vogels veel groter dan de 'kleine' familieleden. In het Frans heet de wilde zwaan 'Cygne Chanteur', zingende zwaan. De trompetachtige nasale drietonen die wilde zwanen slaken zijn daar de reden voor.

Wilde zwanen vindt men op graslanden, moeras, plassen en op rivieren. Wilde zwanen broeden langs poelen op toendra’s, in veenmoerassen en bij kleine meren in afgelegen gebieden in Fenno-Scandinavië en het noorden van Rusland. In het najaar trekken wilde zwanen naar Nederland om te overwinteren op de weiden en in plassen in het duingebied. Ze voeden zich hier met ondergedoken waterplanten, grassen en jonge gewassen.

Tijdens de vogeltrek komen de zwanen vanuit Scandinavië en Noord-Rusland via Denemarken en Noord-Duitsland naar Nederland en België.

Opvallende kenmerken
Grote witte zwaan, met opvallende geel met zwarte snavel. Overwinteren in Nederland worden dikwijls in kleine groepen gezien.
Lang en wigvormig: de snavel is grotendeels geel met een zwarte punt. Het geel op de snavel loopt normaal uit in een punt (vgl. Kleine zwaan, die een ronde gele plek op de snavel heeft). De poten zijn donker met zwemvliezen.

De wilde zwanen die in Nederland overwinteren komen uit Fenno-Scandinavië en Noord-Rusland. Het aantal overwinterende wilde zwanen wordt sterk beïnvloed door het winterweer in de andere overwinteringsgebieden, zoals Denemarken en Noord-Duitsland. Nederland ligt namelijk aan de zuidwestgrens van het Europese winterareaal. Sinds 1970 is het aantal overwinteraars toegenomen. Deze toename houdt waarschijnlijk verband met de jaarlijkse toename van de broedvogelpopulatie in Noorwegen, Zweden en Finland.

De toename van het aantal overwinterende wilde zwanen heeft waarschijnlijk te maken met een verbeterende bescherming en verbeterend voedselaanbod in het overwinteringsgebied.